logo Verloskundigen Praktijk Alkmaar

Verloop van de bevalling

De bevalling vindt meestal plaats van 3 weken voor de uitgerekende datum tot 2 weken na de uitgerekende datum. Wanneer je eerder of later bevalt zal dit gebeuren onder leiding van de gynaecoloog in  het ziekenhuis.

Start bevalling met gebroken vliezen

10% van de bevallingen begint met gebroken vliezen.
Je merkt dat de vliezen gebroken zijn doordat je water verliest. Dit kan in één keer een hele plons zijn of het kan druppelsgewijs gaan. In ieder geval is het alsof er een kraantje openstaat en het blijft lopen. Vruchtwater is meestal een beetje wittig met wat vlokjes, of zo helder als water. Soms ziet het een beetje roze door wat bloed dat meekomt uit de slijmprop. Probeer, indien mogelijk, wat vruchtwater op te vangen in een bakje of potje, zodat wij dit ook kunnen bekijken. Is het vruchtwater groen of bruin, dan moet je ons direct bellen, ook ‘s nachts. Het kind heeft dan in het vruchtwater gepoept en er is extra controle van de conditie van het kind nodig.

Als de vliezen breken en het vruchtwater is helder, kan het nog een tijdje duren voordat er weeën ontstaan. Dit wachten we in ieder geval altijd 24 uur af. In de tussentijd wordt het vruchtwater gewoon nog aangemaakt, het kind komt niet ‘droog’ te liggen. Het is belangrijk je temperatuur in de gaten te houden en de kleur van het vruchtwater. Je mag geen tampons gebruiken, niet in bad en niet vrijen in verband met infectiegevaar. Als na 24 uur de weeën nog niet zijn begonnen, dragen wij de zorg over aan de gynaecoloog De kans op infectie wordt dan groter.

Start van de bevalling met weeën

90% van de bevallingen begint met weeën.
De bevalling kondigt zich meestal aan met onregelmatige, korte weeën. Veel vrouwen ervaren deze pijn als menstruatieachtige pijn, vaak onderin de buik. Deze eerste weeën zijn nodig om de baarmoedermond korter en soepeler te laten worden als voorbereiding op de ontsluiting. In het begin kan er tien minuten of langer tussen de weeën zitten. Dit kan een tijd duren, soms een paar uur, soms een hele nacht of dag. De eerste fase van de bevalling tot ongeveer 3 centimeter ontsluiting wordt de latente fase genoemd. In de latente fase is het goed om nog wat afleiding te zoeken of nog wat te rusten als dat lukt.

Deze weeën gaan vanzelf over in ontsluitingsweeën. Na de latente fase zorgen de weeën voor verdere ontsluiting en nemen dan toe in kracht, komen regelmatig (bijv. om de 2-3 minuten) en duren langer. Je kunt dan misselijk worden en soms moet je spugen. Meestal vordert de ontsluiting nu ongeveer 1 centimeter per uur tot 10 centimeter, maar het kan ook sneller gaan. Nu is het belangrijk je goed te concentreren op je ademhaling en je zoveel mogelijk te ontspannen in een houding waarin dat lukt.

Tips voor tijdens de weeën:

  • Als je weeën hebt probeer zo lang mogelijk de normale dingen te blijven doen. Probeer ‘s nachts in je bed rust te vinden.
  • Als je thuis wilt bevallen kun je alvast wat spullen voor de bevalling klaar te zetten zoals 2 emmers met vuilniszakken, het kraampakket etc.
  • Wanneer de weeën zijn begonnen probeer eerst zolang mogelijk met buikademhaling de weeën op te vangen, lukt dit niet dan is het beter om te gaan zuchten. Probeer dan in de weeënpauzes (of als de pijn minder wordt) wel weer gewoon adem te halen.
  • Warmte is erg goed voor de ontspanning, zorg dus dat je warm blijft. Kruik, sokken en een warme douche of warm bad kunnen hierbij helpen.
  • Masseren kan de pijn van rugweeën verlichten.
  • Zoek een houding waarin je kunt ontspannen en goed je weeën kunt opvangen. Wissel tijdens de bevalling ook regelmatig van houding.
  • Bevallen kost veel energie, dus het is verstandig om regelmatig iets licht verteerbaar te eten. Schrik niet als je misselijk wordt, er gebeurt veel met je lichaam als je aan het bevallen bent. Blijf goed drinken!
  • Door regelmatig te plassen kan je baarmoeder beter haar werk doen.

Wanneer de 10 centimeter bereikt is heb je volledige ontsluiting. Als je persdrang gaat voelen is de uitdrijvingsfase begonnen. Voor veel vrouwen is dit een omschakeling, waarbij wij je zullen ondersteunen. Deze fase duurt gemiddeld een uur bij een eerste kind, maar kan ook meer tijd in beslag nemen. Als het kind geboren wordt, leggen we hem of haar meteen bij je op de buik. Op dit moment klopt de navelstreng nog en komt er voeding en zuurstof vanuit de placenta naar je kind. Als de navelstreng niet meer klopt zetten wij twee klemmen op de navelstreng en mag de navelstreng doorgeknipt worden. In de meeste gevallen wordt dit door de partner gedaan.

De laatste fase is het nageboortetijdperk. In deze fase wordt de placenta en de vliezen geboren. Dit gebeurt meestal binnen 30 minuten na de geboorte van het kind.

Na de bevalling houden we het bloedverlies in de gaten, kijken of alles goed gaat met jou en je kind. Als je borstvoeding geeft gaat het kind binnen het eerste uur na geboorte aan de borst. Hierbij word je geholpen door de kraamverzorgster (thuis), de verpleegkundige (ziekenhuis) of door ons. Ook kijken we je kind na en wordt het gewogen.

Daarna vertrekken wij en helpt de kraamverzorgster of verpleegkundige jullie verder. De eerste week na de geboorte komen wij om de dag op bezoek om te kijken hoe het met jullie gaat en mogen jullie ons altijd bellen, ook ’s nachts, als er iets aan de hand is.